Dat verzetshelden vreemde extremistische figuren kunnen zijn, die nooit een ereplaats binnen de wereld van het establishment zouden hebben gekregen wanneer zij de bestaande orde zouden hebben aangevallen in plaats van ‘de vijand’ bewijst het opmerkelijke levensverhaal van de orthodoxe marxist en mede-oprichter van de Communistische partij in China, HENK SNEEVLIET, een man die in 1942 vanwege zijn weigering zich te onderwerpen aan het heersende gezag door de Duitse bezetter werd gefusilleerd..
In de zaterdageditie van De Telegraaf (15 mei 2021) wordt aandacht aan hem besteed. Wat wil je, een verzetsheld – hoe slecht, idioot en fanatiek en rebels ook – kun je niet zomaar dood zwijgen, zoals dat met andere tot duivel uitgeroepen figuren wel gebeurt. Een behoorlijk moeilijk moreel probleem dus, omdat alles wat de man vertegenwoordigde volgens de Telegraaflogica demonisch was en is.
Als astroloog (een vertegenwoordiger van een immorele wetenschap die in de eerste plaats naar karakters en daarmee samenhangende astrologische invloeden kijkt) heb ik een geboortehoroscoop opgesteld van de man.
Opmerkelijk daarbij is dat – net als in de horoscoop van Henriette Roland-Holst (samen met Sneevliet in de jaren 20 en 30 als orthodoxe, naar revolutie verlangende marxisten actief in de linkse beweging) – de planeet PLUTO (de planeet van de rebellie, de chaos en het verzet) een belangrijke rol speelt via de negatieve hoek die de planeet vormt met de ZON.
Het Zon-Pluto-aspect behoort tot de belangrijkste probleemaspecten binnen het spel van kosmische krachten.
Je treft het aan bij mensen die geneigd zijn egoisme en ambitie (Zon) te koppelen aan dwang en bazigheid (Pluto).
Geert Wilders, Thierry Baudet, Leon de Winter en Theodor Holman hebben dat aspect in hun geboortehoroscoop, maar ook prinses Beatrix, die in het verleden op haar driftige en bazige karakter het etiket ‘mijn Russische temperament‘ plakte.
Een ander uiterst problematisch Pluto-aspect is het PLUTO-SATURNUS-aspect, dat vooral daarom zo gevaarlijk is, omdat de planeet Saturnus in zijn negatieve gedaante mensen volmaakt gevoelloos, koud, meedogenloos en onverschillig kan maken.
Bij Heinrich Himmler (leider van de SS) tref je dat aspect aan, maar ook bij Theodor Holman, de Iraanse Ayatollah Khomeini, Ariel Sharon (“het zionisme dwingt mij wreed te zijn”), Benjamin Netanyahu, Chabadman Jared Kushner (verdediger van de rechtse kolonisten in Israel), en zelfs bij onze eigen koning, Willem-Alexander, die juist vanwege een gebrek aan empathie en solidariteit met het volk dat hij hoort te dienen in de problemen kwam vorig jaar.
Hendricus Josephus Franciscus Marie Sneevliet,
geboren in Rotterdam, 13-5-1883, rond 1uur ’s morgens
Zon in Stier, Maan in Leeuw, Ascendant (geboorteuurteken): Vis.
De Visseninvloed, die net als de Kreeftinvloed mensen erg emotioneel kan maken (geboren jankers zou de de man in de straat zeggen). blijkt uit deze zinsnede, gelicht uit een biografisch-wetenschappelijke analyse van de Leidse docent geschiedenis Bart van der Steen:
“Sneevliet kon tot tranen toe geroerd raken tijdens toespraken of wanneer hij gedichten van Roland Holst voordroeg.”
Dat de gevoelige Sneevliet ook op een Plutonische wijze bazig en dwingerig kon zijn laat de onderstaande tekst zien.
Bart van der Steen, in ‘Tijdschrift voor geschiedenis’, 2016, no 4
Het charisma van Henk Sneevliet en de revolutionair-socialistische partijcultuur
Op 26 april 1933 werd de revolutionair-socialist Henk Sneevliet (1883-1942) met een ruime marge verkozen tot lid van de Tweede Kamer. Aan de succesvolle verkiezingscampagne had Sneevliet zelf niet deel kunnen nemen. Hij was namelijk twee maanden vóór de verkiezingen opgepakt en veroordeeld wegens opruiing. Hij had zich namelijk solidair verklaard met muitende matrozen op het marineschip De Zeven Provinciën.
Volgens zijn biograaf Max Perthus leidde deze gebeurtenis tot grote inspanningen van zijn aanhangers: ‘Overal in het land werd op muren en straten gekalkt: “Sneevliet moet vrij!” In vele plaatsen verschenen spandoeken met de leuze: “De reactie naar de hel – Sneevliet uit de cel!”
De campagne leidde tot een succes voor de Revolutionair Socialistische Partij (RSP), die tijdens de verkiezingen haar eerste Kamerzetel veroverde.
De gebeurtenissen in 1933 bevestigden critici in hun oordeel dat de RSP in werkelijkheid niet meer was dan een Sneevliet-partij… [..]
De RSP werd in 1929 opgericht door oppositionele communisten, die zich niet konden verenigen met de nieuwe politiek van de Communistische Partij Holland (CPH). De RSP noemde zich ‘leninistisch’. De CPH steunde vooral Stalin.
Sneevliet werd door zijn aanhangers binnen de partij gezien als de belichaming van de revolutionair-socialistische waarden. Niet voor niets herinnerde de schrijver en partijveteraan Jef Last Sneevliet als volgt: ‘Met hem kwamen de taifoens van de Pacific binnen, de zandstormen over de Gobi, de regenbrengende passat, de uitbarstingen der Indonesische vulkanen… Het “arbeiders aller landen verenigt U!” was bij hem vlees en bloed geworden. [..]
De historicus Herman Pieterson merkt in een geschiedenis van de RSP op: ‘Sneevliet stak met kop en schouders boven de anderen uit, en drukte een zeer zwaar stempel op de politiek en werkwijze van de partij.’
Onder Sneevliet bleef het landelijke partijbestuur zwak, terwijl hij meermaals poogde protegés aan te trekken die vooral aan hem loyaal waren.
Sneevliets revolutionaire verleden, zijn emotionele benadering van politiek en het belang dat hij hechtte aan politiek werk zorgden ervoor dat zijn medestanders hem zeer waardeerden. Tegelijkertijd was Sneevliet als partijleider soms grillig en eigengereid. Dat bleek onder andere uit de manier waarop hij de partij leidde. Meermaals kwam het tot spanningen tussen hem en zijn medestanders.
De financiële situatie was een puinhoop. Dat kostte de partij veel geld, geld dat ze in feite niet had. Zo had de partij in 1931 een schuld van f949,73 bij haar drukkerij. Ook met andere organisatorische zaken ging het geregeld mis. Zo bleek het contact tussen het partijbestuur en meerdere afdelingen zwak.
Dat de landelijke partijorganisatie niet naar behoren functioneerde, was voor een groot deel te wijten aan de manier waarop het partijbestuur zijn werk organiseerde. Het RSP-bestuur kwam zeer onregelmatig bijeen, vaak met tussenpozen van meer dan een maand. Notulen werden zelden opgemaakt, zodat niet duidelijk was wie waarvoor verantwoordelijk was.
Sneevliet reageerde niet op vermaningen en voorstellen. Een gevolg hiervan was dat zijn eigen rol als partijleider groter werd en hij hierdoor meer ruimte had om in zijn eentje de politieke besluitvorming voor zijn rekening te nemen. Het partijbestuur werd meerdere malen geconfronteerd met besluiten of politieke stellingnamen die zonder hun inspraak waren genomen.
Jef Last over de chaotische Sneevliet: ‘Sneevliet maakte mij uit voor een saboteur, een witte mier die zich binnen gewurmd had om de revolutie te ondermijnen. Ik greep een stoel en wilde die naar zijn kop slingeren. Krijsende vrouwen hielden me tegen en een paar arbeiders van zijn knokploeg wierpen me de zaal uit.’
Enige maanden later werd Last officieel geroyeerd.
Na zijn breuk met de RSP werd Last lid van de communistische partij om vervolgens felle kritiek te uiten op Sneevliet. Binnen de stalinistische beweging was het voor dissidenten die overstapten naar de communistische partij een vereiste om fundamenteel en publiekelijk afstand tenemen van vroegere strijdmakkers.
De manier waarop Jef Last en mensen als Engels en Zwart door Sneevliet gerekruteerd waren en uiteindelijk weer vertrokken vertoont grote overeenkomsten. Zij waren allemaal protegés geweest, personen die in de eerste plaats loyaal waren aan Sneevliet.
De belangrijkste kenmerken van deze relaties waren de ondergeschikte rol die deprotegés speelden en hun afhankelijkheid van Sneevliet voor hun positie binnen de partij.
Wanneer deze protegés uit hun rol vielen en een kritische toon aansloegen, was het met hun carrière binnen de RSP gedaan. Sneevliet werkte hen hardhandigde partij uit…
Hoe schokkend ook, deze methoden waren niet ongewoon voor de wijze waarop radicaal-linkse organisaties tijdens het interbellum politieke conflicten uitvochten.
Bart van der Steen (9 juni 1983) is vakreferent voor de opleidingen International Studies, Urban Studies en LUC bij de Universitaire Bibliotheken Leiden.
Hij promoveerde aan het European University Institute in Florence. Hij deed daar een internationaal vergelijkend onderzoek naar kraken en politiek geweld in West-Europa tussen 1980 en 1990. Voor dat onderzoek ging hij onder andere een semester naar Hamburg en Kopenhagen. In 2005 was hij voorzitter van Rood Leiden. (Wikipedia info)